LEIDEN - Deze vrijdag is grote versoepeldag: de dag waarop de meeste coronamaatregelen komen te vervallen. Volgens hoogleraar gezondheidspsychologie Andrea Evers aan Universiteit Leiden betekent dat alleen niet dat we weer helemaal teruggaan naar het oude normaal. 'Iedere gewoonte die het gedrag insluipt, kost moeite om kwijt te raken.'
Vanaf vrijdag hoeven mensen onderling geen anderhalve meter afstand meer te houden. Ook is het coronatoegangsbewijs op veel plekken niet meer verplicht en mogen horecazaken hun deuren weer tot de normale sluitingstijden openhouden. Sommige maatregelen, zoals het mondkapje in het openbaar vervoer, blijven nog wel van kracht.
Ondanks de versoepelingen zullen veel mensen toch voorzichtiger zijn, zegt Evers, die in de gedragsunit van de Wetenschappelijke Adviesraad Corona zit. 'Iedere gewoonte die het gedrag insluipt, kost moeite om kwijt te raken. Het houden van afstand bijvoorbeeld. Vroeger vond je het misschien nog wel oké als iemand net wat te dichtbij zit, maar nu niet meer. Of denk aan de drie zoenen op de wang. Je bent je toch bewuster dat je zo iets kunt overdragen', legt ze uit.
Gewoonte wel of niet laten vallen?
Of iemand een gewoonte wel of niet laat vallen, heeft volgens Evers te maken met hoe 'beperkend' die gewoonte is. 'Mondkapjes bijvoorbeeld. Veel mensen vonden dat niet fijn, dus zullen ze er minder moeite mee hebben om die maatregel los te laten. Drie zoenen vindt ook niet iedereen prettig.'
Volgens Evers hebben meerdere veranderingen van de afgelopen twee jaar daarom ook een goede kans om permanent te worden. 'Iedereen heeft de voordelen van thuiswerken ontdekt, terwijl dat vroeger vrij uitzonderlijk was. Of videobellen bijvoorbeeld. Dat zijn dingen die we inmiddels normaal zijn gaan vinden, maar als je het met drie jaar geleden vergelijkt zie je een groot verschil.'
Handen schudden blijft
Sommige gewoonten hebben een belangrijke functie. Dat is volgens Evers de reden dat we bijvoorbeeld niet snel zullen stoppen met handen schudden, terwijl dat juist een coronamaatregel van het eerste uur was.
'Als je een groep mensen ontmoet, zeg je niet 'hoi' tegen de hele groep, dan mis je het persoonlijke contact. Je loopt iedereen langs, kijkt ze aan en schudt ze de hand. Je stelt jezelf voor. Als je iemand ontmoet, ben je al snel geneigd de hand te schudden. Er is geen goed alternatief.'
Niet beter voorbereid op toekomstige pandemieën
Evers verwacht niet dat de gedragsveranderingen onder de mensen dusdanig groot zijn dat we in de toekomst beter voorbereid zijn op pandemieën. 'Mensen uit risicogroepen zullen er altijd rekening mee houden dat covid kan terugkeren. Dat is een feit. Maar over het algemeen denk ik niet dat we beter voorbereid zijn. Als het een pandemie is die erg op deze lijkt misschien wel.'
Die voorbereidende functie ligt wat haar betreft bij de overheid: 'De regering mist nog de langetermijnplanning. Ze moeten vooruit kunnen denken: hoe ga je communiceren over de maatregelen? Hoe motiveer je mensen? Hoe krijg je iedereen mee? De huidige crisis heeft zich gekenmerkt door kortetermijndenken.'